Theoretisch informatie

Het INPP spreekt van reflex-integratie problematiek als er een cluster van primitieve reflexen (2 of meer) te zien is. In de meeste gevallen zijn er dan ook posturale (houdings)reflexen te zien. Immers primitieve reflexen die onvoldoende zijn geremd, belemmeren de ontwikkeling van de posturale reflexen. In uitzonderingen zijn er alleen onvoldoende ontwikkelde posturale reflexen te zien.

Elders op de site kun je een rijtje reflexen aanklikken. Je vindt dan eerst een beschrijving hoe je de reflex kunt herkennen, wanneer deze reflex zich ontwikkelt en eventueel weer geremd wordt en welke functie de reflex heeft.  Vervolgens wordt aangegeven welke reflexen samenhangen met een aantal problemen. Het is echter niet zo dat één reflex altijd samenhangt met één soort problematiek.

Het reflex-integratie oefenprogramma richt zich op het tot stand brengen van een volwassen reflex-patroon. Naar mate het reflex patroon steeds verder rijpt, verdwijnen ook geleidelijk de klachten steeds verder.

Het onderzoek naar reflexen is in volle gang. De mogelijkheden van de wetenschap zijn de afgelopen 30 jaar steeds groter geworden. Zo kan door bijvoorbeeld MRI steeds beter onderzoek naar de structuur en de functies van de hersenen worden gedaan. Het INPP doet voortdurend onderzoek naar de samenhang tussen de vragenlijsten, het reflexpatroon, het gedrag en leren van kinderen en de invloed van het reflex-integratieprogramma daarop.

 

Tijdens het internationale symposium van het INPP in mei 2021 werden een aantal onderzoeken besproken.

Er is een samenhang aangetoond tussen het aantal keren dat een vraag op de INPP vragenlijst met ja beantwoord wordt enerzijds en de mate waarin er sprake is van een onrijp reflexpatroon.
Er is een samenhang aangetoond tussen het aantal keren dat een vraag op de INPP vragenlijst met ja beantwoord wordt enerzijds en de mate waarin er sprake is van gedrags- en leerproblematiek.
Er is een samenhang aangetoond tussen de mate waarin er sprake is van een onrijp reflexpatroon en de mate van gedrags- en leerproblematiek.
Er is een samenhang aangetoond tussen het toepassen van het reflex-integratieprogramma en de rijping van het reflex-patroon.
Er is een samenhang aangetoond tussen het toepassen van reflex-integratie oefenprogramma en een vermindering van gedragsproblematiek en leerproblemen.
Er is aangetoond dat het uitvoeren van herhaalde oefeningen veranderingen in de structuur en functie van de hersenen tot gevolg hebben. Deze veranderingen zijn pas blijvend als de oefeningen gedurende een lange periode uitgevoerd.
Er is veel ervaring opgedaan met mensen die een herseninfarct hebben gehad. Door oefening/training kunnen vaardigheden, die verloren zijn gegaan na het infarct, opnieuw aangeleerd worden. Er is aangetoond dat de functie van hersengebieden die beschadigd zijn, overgenomen worden door andere hersengebieden. Dit wordt de plasticiteit van de hersenen genoemd.
Er is aangetoond dat mensen met agorafobie en paniekaanvallen, bij wie met het reflex-integratie oefenprogramma een meer rijp reflexpatroon tot stand is gebracht, meer baat hebben bij de reguliere psychotherapieën dan in de periode dat het reflexpatroon nog minder rijp was.

Wat nog te onderzoeken blijft:  welke veranderingen worden er precies in de hersenen tot stand gebracht door het reflex-integratie oefenprogramma. Ook is nog onduidelijk op welke manier die veranderingen in de hersenen de gedrags- of leerproblematiek beïnvloeden. Of te wel: het oorzakelijk verband is nog niet aangetoond.

Wat er wel is: Steeds meer ouders die het positieve effect van het reflexintegratie programma op het functioneren van hun kinderen hebben ervaren.

Er komen hoe langer hoe meer professionals die het reflexintegratie programma gebruiken als aanvulling op hun reguliere therapie. Voorbeelden hiervan zijn: psychologen, kindercoaches, logopedisten, ergotherapeuten en fysiotherapeuten