Asymetrische Tonische Nek Reflex (ATNR)

Ontstaan en functie

De ATNR ontstaat omstreeks 18 weken na de conceptie. De ATNR is dus al aanwezig in de baarmoeder en helpt bij het geboorteproces.

De ATNR is bijzonder belangrijk bij het leren omdat deze reflex een uitermate belangrijke rol speel bij het tot stand komen van de oog-hand-coördinatie en de lateralisatie. Daarnaast wordt de ontwikkeling van visuele en auditieve waarnemingssysteem (ogen en oren) door deze reflex gestimuleerd.

Bij de ATNR reflex worden de arm, de hand en het been gestrekt aan de kant waar het hoofd naartoe wordt gedraaid. De arm en het been aan de kant van het achterhoofd ontspannen tot in (lichte) buigstand. Als de baby het hoofd naar de andere kant draait, zal de gestrekte arm en been buigen en zal de gebogen arm en been zich strekken.

Asymmetrical Tonic Neck Reflex – Clinical Examination – YouTube

Integratie en effecten van een onvoldoende geremde reflex

De ATNR blijft normaliter actief tot een leeftijd van ongeveer een half jaar. De baby zal dan de armen en benen onafhankelijk van het hoofd kunnen gaan bewegen. Als de ATNR onvoldoende geremd is, zal het voor een kind lastig zijn de armen en benen onafhankelijk van de stand en of de beweging van het kind te bewegen. Het kind wordt in veel van zijn bewegingen gestoord door een onvoldoende ontwikkeld gevoel voor evenwicht. Leren kruipen is lastig en bij het lopen zal het kind gemakkelijk zijn evenwicht kunnen verliezen.

Lopen, gooien, vangen en sporten zien er vaak wat houterig en onevenwichtig uit. Tijdens het lopen willen de arm en het been aan dezelfde kant naar voren bewegen in plaats van kruislings. Jonge kinderen kunnen moeite hebben met het overpakken van een voorwerp van hun ene naar hun andere hand. Of iets met beide handen tegelijk doen. Hun lijf wil het liefst maar met één kant tegelijk iets doen. Bij het vangen of schoppen van een bal, vooral als die schuin van voren komt, ziet het kind het vertraagd en zal het net te laat zijn in het reageren.

Soms ontwikkelen deze kinderen geen voorkeursarm of -been. Dat is lastig, want dan moet het kind bij elke beweging bewust nadenken over welke kant het wil gaan gebruiken. Dit gaat ten koste van de snelheid en het vloeiend zijn van die beweging. Ook deze reflex levert een kind veel stress op. Het onderdrukken van de reflex om ‘normaal’ te kunnen functioneren, kost dan onnodig veel inspanning en energie.

Minder zichtbaar maar soms met flinke gevolgen, speelt die verstoorde links-rechtscoördinatie ook een rol bij de oogbewegingen van het kind. Het passeren van de middellijn is vertraagd of kost veel moeite. Visuele informatie komt niet altijd tegelijkertijd binnen of wordt ongelijkmatig verwerkt.

Voorbeelden hoe een kind met verstoorde  reflexen teksten kan waarnemen.

Dat belemmert het schrijven, spellen en lezen, ook van het digibord. Dan moeten de ogen immers over de middellijn van de tekst op het papier/bord. Bovendien zal het hoofd moeten worden gedraaid van het schoolbord naar het schrift/boek. Kinderen met dyslexie of dyscalculie hebben vaak een ongeremde ATNR.

Het handschrift van kinderen met een ongeremde ATNR is vaak slordig, hoekig of houterig. Ook dat wordt veroorzaakt doordat de arm en de hand (en natuurlijk ook het been) willen strekken aan de kant waar het hoofd naartoe is gedraaid. Het kost het kind dan bovenmatig veel inspanning om toch zijn pen te blijven vasthouden en zijn arm te buigen om te kunnen schrijven of de bladzijden van zijn boek om te slaan. Die inspanning is zo groot dat het daar al zijn aandacht voor nodig heeft. Dit gaat dan weer ten koste van het opnemen van de inhoudelijke informatie en de lesstof die wordt aangeboden. Omgekeerd wordt door diezelfde benodigde fysieke inspanning afgeleid bij het opschrijven van zijn eigen ideeën. Dat zal niet zelden leiden tot grote frustratie omdat het kind het immers wel weet en het ook heel goed kan vertellen, maar het niet schriftelijk verwoord krijgt. Bij spelling zullen veel fouten gemaakt worden. Als de spelling mondeling getoetst wordt, zal het resultaat vaak veel beter zijn. Dit is ook het geval als het kind de woorden mag leggen met letters uit een letterbak.

Bij het schrijven strekt het kind vaak het been aan de kant waarmee geschreven wordt. Om dat te voorkomen draait het kind dat been vaak om een stoelpoot of gaat er op zitten.

 

 

 

Kenmerken van kinderen met een onvoldoende geremde ATNR

  • Moeite met lezen, schrijven, spellen of rekenen.
  • Uit het evenwicht raken of duizelig worden bij het draaien van het hoofd. Bijv. houterig, onevenwichtig lopen, moeite met (bal-)sporten, veelvuldig stoten of vallen, erg vermoeid raken tijdens het autorijden.
  • Arm en been aan één zijde gelijktijdig willen bewegen Bijv. moeilijk kunnen huppelen, been om de stoelpoot willen slaan bij het schrijven, moeite met leren zwemmen, als baby niet gekropen hebben.
  • Geen voorkeurszijde hebben. schrijft links, maar voetbalt rechts, of wisselt hierbij vaak af. 
  • Slordig, hoekig handschrift. Potloodpunten breken steeds af, de pen wordt te hard op het papier gedrukt, witte knokkels door het te strak vasthouden van de pen.
  •  Moeite met het op papier zetten van ideeën. Er moeilijk aan toe kunnen komen om een werkstuk te schrijven.
  •  Weinig ruimtelijk inzicht hebben. Bijvoorbeeld naar links draaien, als naar rechts draaien gevraagd wordt.
  •  Zwart-wit denken; sterk vanuit alleen ratio of alleen emotie denken, of snelle wisselingen daartussen. Moeilijk van het eenmaal ingenomen standpunt af te brengen zijn.